Schoen winkelen
Vorige week ging ik met mijzelf schoenen gaan kopen. Het was een prima dag ervoor want de dag was toch al naar de vaantjes. Rond half één ’s middags kwam ik thuis van een teleurstellende trip en besloot om dat te compenseren met hersenloos blond mijn hoge hakken aan te trekken en eens nieuwerwets verwijfd te gaan shoppen. Het was soldentijd en de winterkoude stond voor de deur. Het viel nog te raden wat voor winter het ging worden. Ik kon dus maar beter voorbereid zijn. Mijn winterschoenen van vorig jaar waren niet waterdicht meer te noemen dus ik nodigde de vrouw in mijzelf uit om achter het stuur van mijn lichaam te gaan zitten en weg waren we. Dit was de eerste keer dat ik het op zulk een manier aanpakte. “Shoppen” en “solden” zijn twee woorden waar ik mij niet graag mee laat omringen. Al jaren koop ik dezelfde winterschoenen: stevige zwarte werkman schoenen met stalen tip die hoog afsluiten. Ideale schoenen voor een velotrotter als ik. Het zal wel met mijn leeftijd te maken hebben dat deze keer zoiets had van: En deze keer wil ik andere!
De eerste winkel waar ze mij naartoe leidde was dé schoenwinkel die ik als klein kind kende. Heimelijk hoopte ik om er diezelfde schuif-af terug te vinden die er vroeger ook stond. Mijn moeder kon daar niet passeren of ik moest wel eens van die schuif-af glijden. De winkel noemde nog altijd hetzelfde, dus waarom niet. Zou ik het aandurven om er terug vanaf te glijden? Eens binnen hoefde ik mij die vraag al niet meer te stellen. Saaie trappen hadden hem vervangen. Ik vroeg aan de winkeldame hoe de structuur van de winkel in elkaar zat. “Waar vind ik de mannenschoenen?” Ervaring heeft mij geleerd om dat eerst te vragen vooraleer ik mijn ogen ga uitkijken. De kans is anders groot dat ik mij op de verkeerde kledij begin te focussen. Er schuilt een travestiet in mij die ik tot nader order liever alléén maar in theorie wil zien. “Mannen? Dat is de bovenverdieping. Als u vragen heeft, stel ze gerust.” Goed zo, een bediende die weet dat een man het niet nodig heeft om begeleid te worden bij zijn keuze in schoenen. Daarom noemen ons ook het sterke geslacht. Nieuwsgierig ging ik kijken. Teleurgesteld kwam ik naar beneden met een schoen die bwaaa… laat ons zeggen: er wel mee kon doorgaan maar ook niet écht was wat ik zocht. “Wilt u de tweede ook proberen?” Wat? Mag dat? Dit is de eerste keer dat ik twee schoenen tegelijk zou aandoen bij het passen. Ik wist niet dat het mocht. Allé vooruit dan maar. De schoenen hadden wel iets maar toen ik de tweede aandeed bleek dat in één van de schoenen een structurele fout zat in de ringen waar de nestels doorheen gingen. Deze stonden niet vast. Ik wees de dame op dit rare verschil. Ze deed er gelukkig niet moeilijk over. Ik had verwacht dat ze het door verkoperspraatjes toch zou willen vergoelijken. Ze nam ze daartegenover gewoon terug en zei alleen: “Mijn excuses daarvoor. Ik zal dat laten onderzoeken.” Respect daarvoor. Daar kom ik vroeg of laat nog wel eens binnen.
Daarmee had ik dus nog steeds geen schoenen. Gesterkt door deze vreemde nieuwe assertiviteit die ik geuit had, ging ik een rondje doorheen de winkelstraten van mijn stad maken. Schoenwinkels genoeg, tot je er ééntje moet hebben natuurlijk. Elke schoenwinkel die ik tegenkwam, zowel de sjieke als de minder sjieke, ging ik binnen. In geen enkele was ik ooit binnen geweest dus het was telkens een verrassing voor mij. Ik voelde mij een maagd die voor het eerste keer naar een hoerenbuurt ging. Tijdens deze nieuwe activiteit viel mij op hoe weinig romantiek er in deze handeling school. Wat is hier nou zo leuk aan? In de ene winkel werden klanten bekeken als een storing van de orde. In het midden stond daar een man streng naar alle klanten te kijken met zo’n gezicht van: “Ik hou jullie in het oog dus pas maar op!”. In een andere winkel kreeg ik overdreven opgetutte oudere dame voor mijn snufferd die mij als de enige klant van die maand behandelde. Ik was dan ook de enige in haar winkel (tijdens de solden nota bene!). Moest ik haar maandsaldo goedmaken of wat? Ze is zéker drie keren helemaal naar boven gegaan om voor mij dé perfecte schoen te zoeken. Bij de derde keer voelde ik mij zo schuldig dat ik eventjes overwoog om de winkel snel te verlaten vooraleer ze terug zou komen. Mijn ongeëvenaarde vriendelijkheid hield echter stand. Beschaamd moest ik haar meedelen dat zij niet de schoen had die mij kon bekoren. “Maar als ik mij bedenk, dan kom ik subiet zeker terug.”
Ik heb héél mooie winkelbediendes gezien. Meiden waarbij ik hoopte dat ze zodanig van mij onder de indruk waren dat ze eventjes de deur zouden gesloten hebben om mij al de hoeken van de achterkamer te laten zien. Ik ben in contact gekomen met koude, stijve winkelbediendes, maar ook met warme, gemoedelijke winkels waar je bijna als vriend werd verwelkomd. In andere winkels werden mannen totaal genegeerd. “Neen, wij verkopen geen mannenschoenen,” met een air van dat-is-toch-logisch. Eén zo’n winkeltje had wel een mannen “afdeling” maar die bestond uit – werkelijk waar – één klein hoekje van een vierkant metertje groot waar een kast stond met enkele mannenschoenen. Een ander winkeltje op het einde van de winkelstraat begreep na een ontkenningsfase dat zij mijn ideale schoen niet had. En toch hielp ze mij verder. Ze gaf mij de naam van een grote keten mee die gespecialiseerd is in het soort schoen waar ik naar zocht. Tuurlijk! Dat ik daar zelf niet opgekomen was!
Het thema van de keten was “Avontuur & Reizen”. Toegegeven, twee dingen waar ik een hekel aan heb. Saai en Stilstaan is meer mijn ding. Maar een mooi neveneffect van mensen die deze twee woorden wél hoog in het vaandel dragen is dat ze degelijke, stevige en comfortabele dingen zoeken. Laat die drie woorden nou nét degene zijn die ik in alle voorgaande winkels meegaf als men mij vroeg: “Wat zoekt u in een schoen?” Ik dus naar ginder met de grootste hoop. Het was al meer dan een decennia geleden dat ik er nog eens binnenkwam. Ik keek mijn ogen uit op alle doefjes en froefjes waarmee de winkel volgestouwd lag. Daarbij moest ik mijzelf tegenhouden om mij niet van mijn initiële Pad van de Juist Schoen te laten afbrengen. Ik had teveel meegemaakt om mij nu nog door rugzakken of heuptasjes af te leiden. De schoenen lagen in het verste uithoekje van de winkel: achteraan én bovenaan. Verder kon niet. Een vriendelijke jongeman (Kut, een man!) had een commissie geroken en bleef aan mijn zijde toen ik de éne goede schoen na de andere paste. Het resultaat was zuiver Davidiaans op zijn best. Tijdens een soldenperiode waren het uitgerekend de duurste schoenen waarop geen solden van toepassing waren die mij zowel visueel als gevoelsmatig het meest konden bekoren. Er was geen weg terug. Ik wou geen schoenen meer die puur praktisch en goedkoop waren maar ook minstens één maand nodig hadden vooraleer ik erin kon zonder pleisters op mijn tenen, hiel of enkels. Dit was de schoen van mijn leven. Nooit eerder heb ik zulke dure schoenen gekocht. Ik ga er dan ook vanuit dat ik deze nog enkele jaren kan dragen. Het zou wel eens kunnen want het zijn meteen ook de eerste schoenen die ik koop waar een handleiding bij zit. Niet zomaar een handleiding, zo van: “De tenen horen daar te zitten,” nee… Een échte handleiding met items als onderhoud, bewaring, wat te doen als de schoen nat wordt, tot zelfs hints als waarvoor de schoen te gebruiken: op gras, in de bergen, op straatstenen, naast een riviertje, enz. Een béétje vergezocht vond ik het hoofdstuk… (Jawel, HOOFDSTUK, een handleiding voor een schoen verdeelt in hoofdstukken!)… dat sprak over “de juiste sokken”. Want “bij elke schoen past een perfect sok.” Denken die nu wérkelijk dat ik mijn sokkenarchief eens eventjes totaal ga veranderen omdat ik nieuwe schoenen heb? Zouden vrouwen die lingerie kopen ook geconfronteerd worden met een handleiding die spreekt over de perfecte panty die erbij hoort? Het is een rare wereld, de wereld van de shopper. Ik ben altijd blij als ik met mijn spulletjes thuis gekomen ben en ze nog even kan laten acclimatiseren aan mijn woonst vooraleer ik ze in gebruik neem. Uiteindelijk zijn het toch allemaal kleine nieuwe dingen die gedurende een bepaalde tijd een belangrijk deel van mijn leven zullen uitmaken. Een beetje zoals een huisdier.